Gedurende eeuwen had men binnen het leger diverse hoofddeksels. De hoofddeksel waren ter bescherming, herkenning of ter verfraaiing van het leger. Door de eeuwen heen vormden de hoeden en petten zich tot wat heden nog gedragen wordt.

De shako, sjako of  tschako, is een herkenbare voorloper van de kepie en had zijn intrede gemaakt in het begin van de 19^e eeuw, tijdens napoleontische periode. De periode waar neo-classisme zijn hoogtij vierde, werden er hoeden gedragen met insignes, pluimen en snoeren in diverse kleuren. Het was de aanduiding en herkenning van de legers. In deze tijd was oorlogsvoering, gericht op strategie en zichtbaarheid. De militaire mode was dan meer het uiterlijk vertoon, dan op functionaliteit. Misschien dat het regiment Jagers (verkenners), gekleed in de een groen uniform, onbedoeld al de voorlopers van de camouflage.

Voor de militaire mode, waren de grootmachten trendzetters, zo ook voor de hoofddeksels. Bij het ontstaan van de sjako, was het voornamelijk Duitsland en Frankerijk, waar de mode van hoofddeksels tot ontwikkeling kwam en door andere mogendheden werden overgenomen.

Vanuit de ontwikkeling van de sjako ontstond in Frankerijk een hoofddeksel welke lijkt op de Nederlandse kepie. Het ontstaan van de kepie in Frankrijk werd toegeschreven aan het Franse leger in Algerije. Omstreeks 1830 tijdens de bezetting van Algerije, droegen de Franse soldaten een hoofddeksel wat men de casquette d’Afrique noemde. Het hoofddeksel was ontwikkeld, omdat de lederen shako te warm, zwaar en zo niet comfortabel in het warme Algerije was. De casquette d’Afrique, was gelijk aan een sjako, alleen was het leer vervangen door een frame met er overheen stof gespannen.

Gedurende opvolgende jaren werd er een kepie ontwikkeld welke door geheel Europa en Amerika in de legers werden gedragen. Door de kolonisatie van de Europeanen werd de kepie mondiaal verspreidt. Zelfs in de Amerikaans burgeroorlog, werd een pet gedragen welke leek op de voorloper van de kepie. Deze pet werd geïntroduceerd door de Fransen in Amerika. Vanuit politieke mogendheden, werd het hoofddeksel mondiaal (uit)gedragen.

Het hoofddeksel wat de vorm van de kepie had werd niet alleen door het leger gedragen, maar ook door burgers en overheidsdienaren. Dit hoofddeksel werd dan als pet gedragen, door bijvoorbeeld ambtenaren, politie, postbesteller, kruier enzovoort.